commentaar – In Psalm 38 toont de auteur zich aan God met een aanzienlijke last van pijn die voortkomt uit zijn zonden en daarom voelt hij zich gestraft. Hij vraagt de Heer om zijn pijn te beëindigen door hem verlichting te geven.
Psalm 38 compleet
[1] Psalm. Di Davide. In het geheugen.
[2] Heer, kastijd mij niet in uw woede, straf mij niet in uw woede.
[3] Je pijlen hebben me doorboord, je hand is op me gevallen.
[4] Voor je verontwaardiging is er niets gezonds in mij, niets is intact in mijn gebeente voor mijn zonden.
[5] Mijn ongerechtigheden hebben mijn hoofd overwonnen, als een zware last hebben ze mij onderdrukt.
[6] Verrot en stinkende zijn mijn wonden vanwege mijn dwaasheid.
[7] Ik ben gebogen en in elkaar gezakt, verdrietig loop ik de hele dag rond.
[8] Mijn heupen zijn gemarteld, er is niets gezonds in mij.
[9] Ik ben verdrietig en tot het uiterste uitgeput.
[10] Heer, mijn verlangen voor u en mijn kreunen zijn niet verborgen.
Aanbevolen waarden- Psalm 76: compleet, commentaar
- Psalm 62: compleet, commentaar
- Psalm 102: compleet, commentaar
- Psalm 6: compleet, commentaar
- Psalm 20: compleet, commentaar
[11] Mijn hart klopt, kracht verlaat me, het licht van mijn ogen gaat uit.
[12] Vrienden en metgezellen vertrekken van mijn wonden, mijn buren blijven op afstand.
[13] Degenen die aandacht aan mijn leven besteden, zijn strikken vastbinden, degenen die mijn ondergang zoeken, zijn aan het plannen en de hele dag mediteren ze op misleidingen.
[14] Ik luister als doof niet en als stomme doe ik mijn mond niet open;
[15] Ik ben als een man die niet hoort of reageert.
[16] Ik hoop op u, Heer; u zult mij antwoorden, Heer, mijn God.
[17] Ik zei: "Geniet niet van me, opschep niet over me wanneer mijn voet wankelt."
[18] Want ik sta op het punt te vallen en ik zie altijd mijn pijn onder ogen.
[19] Zie, ik beken mijn schuld, ik maak me zorgen over mijn zonde.
[20] Mijn vijanden zijn levend en sterk, teveel haten me zonder reden,
[21] Ze betalen me goed met slecht, ze beschuldigen me omdat ik het goede zoek.
[22] Verlaat me niet, Heer, mijn God, blijf niet bij me weg;
[23] kom mij te hulp, Heer, mijn redding.