Abruzzese spreekwoorden: gezegden en uitdrukkingen


post-title

Selectie van Abruzzese spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen die het meest in Abruzzo worden gebruikt, inclusief vertaling in het Italiaans, als getuigenis van de wijsheid van de mensen.


Abruzzese idioom

- Te veel cumbedénze doet de krankzinnigheid verliezen. (Te veel vertrouwen doet de creatie verliezen)

- Als vù de cunténte arechiudete déntre a nu cumménte verandert. (Als je gelukkig wilt leven, sluit jezelf dan op in een klooster)


- Een chije wacht, n’hêre ije ne pare sette. (Voor degenen die wachten, een uur lijkt hen zeven uur)

- La supérbije ijò a mare en arevènne a 'ppéte. (Trots ging te paard en keerde te voet terug)

- De hìsene lèteche en varèle als deze breekt. (Ezels vechten en vaten vallen uit elkaar)


- Als alle cille cuniscêsse lu rane, ‘nze magnêsse‘ cchiù lu pane. (Als alle vogels de tarwe kenden, zouden ze het brood niet meer eten)

- A la Signêre che magnêije li pullastrelle ije kwam vulèije de li peer gekookt. (De dame die kippen at, voelde zich als gekookte peren)

- De ‘rrobbe de lu’ rriffe en ‘rraffe goes‘ nga lu ‘zziffe en‘ zzaffe. (De vrucht van de intrallazzo gaat weg met afval)


- L'hommene veziêse de tabbacche, ga naar l'imberne en als je de pèppe meeneemt. (De vicieuze tabaksman gaat naar de hel en brengt een pijp)

- San Magne heeft nate prème de Crèste. (Saint Magno werd geboren vóór Christus)

Aanbevolen metingen
  • Hebreeuwse spreekwoorden: gezegden en uitdrukkingen
  • Eskimo-spreekwoorden: gezegden en uitdrukkingen
  • Roemeense spreekwoorden: gezegden en uitdrukkingen
  • Spreuken over geluk: populaire uitspraken
  • Calabrische spreekwoorden: gezegden en uitdrukkingen

- In paijàra vicchie 'nge manghe maije li sêrge. (In de oude hooiberg falen ratten nooit)

- De 'rrobbe de l'avarene als lu sciampagnêne het uitbuit. (Het gierige spul verspilt de verloren zoon)

- L’hosse vicchije acchênge la pignate. (Oud bot kruiden de pot)

- Degenen die vèta vète, degenen die Sinda Sinde, als je wilt 'bbéne noch arecundà maije ninde. (Wat je ziet dat je ziet, wat je hoort dat je voelt, als je het goed wilt doen, zeg dan nooit iets)

- In Sante vicchije 'nze appicce' cchié cannèle. (In Santo Vecchio branden geen kaarsen meer)

- La rota hênte ‘nnè strèlle. (Het gesmeerde wiel piept niet)

- Lucchije de lu patrêne 'ngrasse lu cavalle. (Het oog van de meester maakt het paard dik)


- Degenen die niet và pè trame, và pè stêse. (Wat niet per plot gaat, gaat per leg)

- Breng aan en laat sapene. (Ga aan het werk en je krijgt het resultaat)

- De raije de la matène aremèttele pè la sêre en de raije de la maté arepénnele pè la matène. (De woede van de ochtend bracht het terug voor de avond en de woede van de avond zette het terug voor de ochtend)

- Cucce rétte và simbre ‘n gere pè la case. (Gebroken scherven gaan altijd door het huis)

- Quande tì mandè, ca quande nen tì se mandé da hêsse. (Als je vasthoudt, want als je het niet vanzelf vasthoudt)

- Bardisce, hummene en murte hebben turbre-symbolen. (Kinderen, mannen en de doden hebben altijd ongelijk)


- De ijérva cattève nen meer maije. (Slecht gras sterft nooit.

- Li guaije de la pignate kan koken. (Het probleem van de pot kent ze de pollepel)

- Quande 'nge is de kat, sérge abballe. (Als er geen kat is, dansen muizen)

- Degene die je in de steek laat en wie weet wat hij ontdekt. (Hoe lager je gaat, hoe meer je kont wordt onthuld)

- De beul hield het lied. (De kaak ondersteunt het been)

- Parinde is hun 'schoenen', 'cchiù is strètte en' cchiù is dulè. (Familieleden zijn als schoenen, hoe strakker ze zijn, hoe meer ze pijn doen)

- Quande lu diavele te accarêzze, vò l'alme. (Als de duivel je streelt, wil hij de ziel)

- Chije aspétte, ‘Ddèije l'assétte. (Wie wacht, God snijdt het af)

- La gallène féte l'ove e lu galle strèlle. (De kip legt het ei en de haan huilt)

- Lu 'cchiù pulète té la regne ". (De schoonmaker heeft schurft)

- Quande la hatte 'nne arrève a lu larde, dèce ca è ràngeche. (Als de kat geen reuzel krijgt, zegt hij dat het ranzig is)

- Chije càreche en scàreche nen verliezen maije témpe. (Degenen die uploaden en downloaden, verspillen nooit tijd)


- La cire se fréghe e la prucessiêne nen cammène. (De was wordt verbruikt en de processie loopt niet)

Abruzzese uitspraken

- Lu gekookt over lu vullète.(Gekookt op gekookt)

- Quande de core nen me vé, n'accedénte a chije fa fa fa. (Als het me niet raakt, verdomme, wie dwingt me het te doen)

- Chije gere de notte gaat 'nghêndre dood. (Degenen die 's nachts rondgaan, worden dood geconfronteerd)

- La bellêzze fène a la porte, buntà fène a la morte. (Schoonheid aan de deur, goedheid tot de dood)

- Lu plant grane ijétte la préte en annaschênne la mane. (De onruststoker gooit de steen en verbergt zijn hand)

- Quande 'cchiù pénne' cchiù rénne. (Hoe meer hij hangt, hoe meer hij maakt)

- Chije heeft af en toe een smasse cà gemasseerd als hij lu chile de lu fêrne is gevallen. (Wie heeft zich vergist dat ik verbaasd ben omdat de lucht van de oven is ingestort)

- De arte de tate is half af. (De kunst van de vader is gedeeltelijk geleerd)

- Lu rècche geleden 'ndà vò, lu puverélle ago' ndà pò. (De rijke doet wat hij wil, de arme doet wat hij kan)

- Pridde, mammène en pulle nen é maije satùlle. (Priesters, verloskundigen en kippen zijn nooit tevreden)

- Chije ijoche a lu lotte and spére de vênce, lasse li stracce en peije li cènce. (Degenen die de lotto spelen en hopen te winnen, laten de lompen achter en nemen de lappen)


- Het water dat 'n regende' en Chili is. (Het water dat niet heeft geregend staat nog in de lucht)

- Lu bloed klaagt, maar 'nze magne. (Bloed zeurt, maar je eet niet)

- Slecht voor chije als er meer cà chije verandert als cunzòle. (Arme die sterft omdat degenen die zelf leven troosten)

- Chije l'arte nen vò 'mbarà, sberre of frater als hij iets te doen heeft. (Wie geen vak wil leren, moet een agent of een monnik zijn)

- Ijtte la préte e annaschênne la mane. (Gooi de steen en verberg de hand)

- Lu ve 'bbone als hij zonder takken kwam. (Goede wijn wordt verkocht zonder takken)

- Arme ‘lla dova’ nge và nisciéne. (Arme dat huis waar niemand heen gaat)

- Chije magne prème, magne 'ddu vodde. (Wie het eerst eet, eet twee keer)

- Ije te dèce harre en jij houdt je eraan. (Ik zeg je om door te gaan en je gaat liggen)

- Lu vove desse curnéte at the asene. (De os zei gehoornd voor de ezel)

- Zonde en 'ddìbbete die het loon maakt. (Zonden en schulden die ervoor zorgen dat ze ze betalen)

- Chije onderhandelingen veranderen, chije fatèije crépe. (Wie onderhandelt over campa, die crack werkt)


- Ha ijète a cercà grazie en truvate ijustèzie. (Hij ging genade zoeken en vond gerechtigheid)

- Màgnete 'ssà menéstre of zùmpete' ssà fenéstre. (Eet die soep of sla dat raam over)

- Pè lu campe mètta mètte, pè the strate nècchia nècchie. (Probeer in het veld zoveel mogelijk te nemen, op de terugweg merk je echter het gewicht)

- Chije nen po 'vatte sacche, vatte sacchêtte. (Wie kan niet woeden op de zak, woedt op de zak)

- Guaije 'nghe la pale, death nen vinghe maije. (Wee de schop, maar de dood komt nooit)

- Maije mazzate was een goede hond. (De afranselingen hebben een hond nooit goed opgevoed)

- Geef de engel door en misleid ammén. (Geef de engel door en zeg: zo zij het)

- Chije péquere se fa, lépe se le magne. (Wie schapen wordt, wordt opgegeten door de wolf)

- Genta trèste, 'nnumenate en vèste. (Slechte mensen verschijnen zodra ze erover praten)

- Maije raije d'asene saijò 'n Chile. (Never ezel bray ging naar de hemel)

- Ognéne sà hêsse ‘Ddèije sà tétte. (Iedereen weet zijn eigen dingen, God weet alles)

- Chije pò, fà a zumpètte, chije no, if sta zètte. (Degenen die in staat zijn om de sprongen te maken, die niet zwijgt)


- Frèije lu pésce en kijk naar de hatte. (Bak de vis en kijk naar de kat)

Abruzzese spreekwoorden

- Matremunia's en bisschoppen uit lu Chili zijn ontspannen. (Bruiloften en bisschoppen zijn bedoeld vanuit de hemel)

- Gekookt of créte lu foche heeft het gezien. (Of het vuur gekookt of rauw heeft het echter gezien)

- Chije se vésceche ‘nze annéghe. (Degenen die friemelen verdrinken niet)

- Fiocche nen doet ghenne, allemaal helpen ze ijêgne. (Een strik maakt de rok niet, maar alles helpt om toe te voegen)

- Maces en panélle fà li fèije 'bbélle. (Vleermuizen en rollen maken kinderen mooi)

- Nu patre pò campà cénte fèije, cénte fèije nen pò campà nu patre. (Een vader kan honderd kinderen onderhouden, honderd kinderen kunnen een vader niet onderhouden)

- Chije se vregugnò diijuno. (Die zich schaamde voor het vasten)

- Fèije de hatte overspanningsafleider. (De zoon van de kat neemt de muizen)

- Mbare de kunst en leg ze opzij. (Leer een vak en leg het opzij)

- Nu pare de rêcchie ‘bbùne yes quanta lêngue stracche. (Een paar goede oren, je weet hoeveel talen je beu bent)

- Chije reserve ‘nne attacche, reserve’ nne ascioije. (Wie de reserve niet bindt, lost deze niet op)

- Facce hìjnnere facce nore, maar de asene vicchie porte la some. (Ik maak geslachten Ik doe schoondochter, maar het is altijd de oude ezel die de last draagt)

- Me sò ijète a fà la Crêce en jaag het sap na. (Ik maakte het kruisteken en trok een oog uit)

- ‘Nze pò tenê lu varèle piene en la mêije‘ mbrijìche. (Je kunt geen vol vat en een dronken vrouw hebben)

- Chije te bbattêzze te is cumbare. (Wie u doopt, verschijnt aan u)

- Het maakt goed en donkerder, het doet pijn en pènsece. (Het is goed en vergeet het, het doet pijn en denk erover na)

- Mêije, marète en feije coma 'Ddeije geeft het je le peije. (Vrouw, man en kinderen zoals God geef ze aan jou, neem ze mee)

- 'Nze heeft weinig hente-schoen en' markeert het gezond. (Je kunt geen ingevette schoen en een hele reuzel hebben)

- Chije té li quatrène Fabbreche, chije nne té desêgne. (Wie heeft geld, wie maakt er geen plannen)

- Het is trèste chije nen té ninde, maar het is 'cchijù trèste chije nen té nisciéne. (Degenen die niets hebben zijn verdrietig, maar degenen die niemand hebben zijn verdrietiger)

- Miije a magnà poche en stè vicène a lu foche. (Beter om weinig te eten en bij het vuur te blijven)

- N’ghe cent’anne de speziarèije, 'ndi' mbarate a légge manghe na ricétte. (Met honderd jaar spezieria heb je niet eens een recept leren lezen)

- Chije té lu célle 'mmane e' nze le spieme '' nge se aretrove '' cchijé '' nghe '' lla furtene. (Degenen die de vogel in de hand hebben en hem niet plukken, bevinden zich niet meer met dat geluk)

- Het is de kosten die de 'mbrêse. (Het is meer de uitgave dan de opbrengst)

- Miije death dêntre a la case che nu Marchisciane arréte a la porte. (Betere dood thuis dan een Marchigiano achter de deur)

- Nen hésce nu spose sénza lète, nen hésce nu morte sénza rète. (Een bruidegom komt niet naar buiten zonder ruzie, een dode komt niet naar buiten zonder te lachen)

- Coma te prepìre lu ijacce te aggìcce. (Terwijl u het bed klaarmaakt, gaat u erop liggen)

- Dova is zo veel ghille 'nze fà maije ijurne. (Waar zoveel hanen zijn, is er nooit een dag)

- Miije vult ze 'n curène die ze in de teane vinnen. (Je kunt je kleding beter in de wind houden dan in het bad)

- Het geeft je niet het gevoel dat ‘mmèce de ijè anninze hardà arréte. (Gedraag je niet als de touwslager die, in plaats van vooruit te gaan, terug te gaan)

- Cunsèije de hélbe, destruziêne de gallène. (Conferenties van vossen, vernietiging van kippen)

- Dova se magne 'Ddèije ce accumbagne. (Waar we eten begeleidt God ons)

- Miije l'ove huije che la gallène dumane. (Beter het ei vandaag dan de kip morgen)

- Je kent 'lu patète che lu sapéte. (Degene die ze heeft geleden weet meer van de problemen dan degene die ze alleen kende)

- Cuscijìnze e quatrène 'nze sa chije le té. (Geweten en geld weten niet wie ze heeft)

- Dova nen passe lu cold nen passe manghe lu calle. (Waar de kou niet binnenkomt, komt de warmte niet binnen)

- Miije koos ervoor om slecht te accumbagnuleren. (Beter alleen dan in slecht gezelschap)

- 'Ncumbagnèije piijò la mêije pére lu frate. (De broer nam ook zijn vrouw mee in gezelschap)

- Daije, daije, daije, de cepelle devente haije. (Geef het, geef het, geef het, de ui wordt knoflook)

- Dope li cumbitte hésce defitte. (Na de confetti komen de defecten naar buiten)

- Death ze Culérie 'nze fa' meer pignate. (Dode oom Aurelio maakt geen potten meer)

- ‘Ncarèscete ferre cà tinghe n’ache da vênne. (Of ijzer stijgt in prijs omdat ik een naald heb om te verkopen)

- Van la cocce vé la tégne, van lu péte vé la magagne. (Ringworm komt van het hoofd, kwaal komt van de voet)

- Na het succes van de guàije la case s’arembièsce de cunsèije. (Nadat de problemen zijn opgetreden, is het huis gevuld met advies)

- Na vodde chêrre lu lébbre en na vodde chêrre lu cacciatêre. (Zodra de haas rent en eenmaal de jager)

Labels: Spreuken
Top